Woorden en tekens van bemoediging

Augustinus: lampen van God

COMPAZ-mijmering

Midden deze zonnige lentedag, ben je wellicht aan het genieten van het gewone van iedere dag, hou je contact met anderen, ben je aan het werk of net technisch werkloos, ben je aan het zorgen voor kinderen, of voel je mee met wat er rondom jou gebeurt. Hopelijk mag je midden alles zowel nabijheid van mensen ervaren als een glimp van Gods aanwezigheid in het leven van iedere dag. Mocht eenzaamheid of verlatenheid juist nu je overvallen, dan hoop ik dat je zelf stappen zet om contact met anderen te zoeken en ook om die beleving aan Jezus aan te bieden… want gelukkig is het zo dat we in het leven, juist niet allemaal op hetzelfde moment het moeilijk hebben; en mogen we ons ook toevertrouwen aan anderen en aan God.

Vandaag las ik een mooi stukje uit het boek met preken van Augustinus over het Johannesevangelie: Geef mij te drinken p. 444. Misschien kan het voor jou ook inspirerend zijn.

LAMPEN VAN GOD

Alle mensen zijn namelijk lampen omdat ze aangestoken en gedoofd kunnen worden.
En ze zijn zeker lampen wanneer ze geuren, licht verspreiden en vurig van geest zijn.
Want als ze gebrand hebben maar zijn gedoofd, stinken ze zelfs.
Maar de dienaren van God zijn goede lampen gebleven dankzij de olie van zijn barmhartigheid, niet uit eigen kracht.
De onverdiende genade van God, dát is de olie van deze lampen.

Misschien kunnen we in deze tijd ook denken aan het Evangeliewoord dat Jezus zegt over zichzelf: ‘Ik ben het Licht van de wereld’ en ook aan ons zegt: ‘Julie zijn het zout der aarde, het licht van de wereld’; laat ons maar aan Hem vragen wat dit in onze concrete situatie, in het hier en nu betekent, Hij zal wel antwoorden!

Ook doet het mij denken dat in al onze kerken en kapellen de Gods lamp brandend blijft bij het tabernakel, bij de aanwezigheid van Christus midden onder ons. Misschien kunnen we ons gebed ook verbinden met die aanwezigheid, ook al zijn kerken zonder volk, over afstand heen, kunnen wij bij de Bron van alle Licht verwijlen en zijn Licht afsmeken. En het kleine kaarsje dat we thuis laten branden, verspreidt evengoed licht in onze wereld.

Anne Desmet