Vrienden en moeders op de levensweg

Twee aan twee zond Hij hen uit… vrienden en moeders op de levensweg

Gisteren deed ik de inhoudelijke verwerking van twee hoofdstukken van het boek : On the road with Saint Augustine, dat we in leesgroepjes aan het lezen zijn. De auteur plaatste vanuit het leven van Augustinus twee belangrijke levensrealiteiten in de kijker: vriendschap en moeders.

Hij stelt dat velen zoals de jonge Augustinus vaak heel veel belang hechten aan het ontwikkelen van hun authenticiteit en de nadruk leggen op hun vrijheid. Ook nu kan je horen: stijg uit boven de massa, wees trouw aan jezelf, ga je eigen weg. Daar is op zich niets mis mee, op voorwaarde dat men niet overdrijft en terecht komt in eenzaamheid of sociaal isolement.

Augustinus’ later leven laat zien hoe belangrijk het is om ook omringd te zijn met vrienden. Vrienden die het niet in jouw plaats doen, maar die je aanmoedigen om in de spiegel te kijken, in te gaan op je unieke roeping en die aanwezig blijven als je het moeilijk hebt. Dit doet Augustinus uitroepen: “Ik zou niet gelukkig kunnen zijn zonder vrienden”. Zijn reisadvies dat ook een levensadvies kan zijn luidt: “Als je op reis gaat, wandel samen; en als je je bestemming bereikt, blijf dan samen”.

Heel in het bijzonder staat de auteur ook stil bij “moeders”. De jonge Augustinus had eerder een ambivalente, weerbarstige relatie met zijn moeder en voelde soms ook schaamte omwille van haar devotioneel Afrikaans geloof. Het is pas later, als hij ook de intellectuele aantrekkingskracht van het crhistendom ontdekt en zich laat dopen, dat hij als Kind van God, het geloof van zijn moeder een plaats kan geven en zich kan inleven dat zij ten diepste toe bezorgd was voor hem en vertrouwde op Gods beloften. Dan kan hij inzien dat hij een zoon van tranen is, herboren in het geloof van zijn moeder. Uiteindelijk vinden ze elkaar in hun diep verlangen om uiteindelijk thuis te komen bij God. In de laatste gesprekken die hij met zijn moeder had, toen ze ziek werd in Rome en niet in haar geboortestreek in Afrika zou kunnen begraven worden: “Niets is ver van God. Er is geen reden om te vrezen als de wereld eindigt, dat Hij niet zal weten waar Hij me moet laten verrijzen”.

De moeder van Augustinus vertegenwoordigt het verlangen van moeders, overal ter wereld die huilen om hun kinderen, hopen, bidden, liefhebben.

De auteur geeft hierbij de vertaling van een gebed tot Monica die zijn vrouw vond in de Sint-Augustinusbasiliek in Rome:

O heilige Monica
die uw kinderen geestelijk voedde
en ze vaak herboren liet worden
toen ze van God vervreemd raakten.
Bid voor de gezinnen, voor jongeren
en voor degenen die het pad van heiligheid niet kunnen vinden.
Bekom voor ons dat we trouw zijn aan God,
volharden in ons verlangen naar de hemel
en blijven ijveren om hen die aan ons zijn toevertrouwd
telkens weer naar God te brengen. Amen

Hartelijke groetjes, wie graag inhoudelijk verder wil uitwisselen over deze inhoud, kan deelnemen aan de online Augustinusleesgroepjes van COMPAZ, volgende week dinsdagavond 9/2 van 19u tot 20u30; of woensdagnamiddag 10/2 van 15u tot 16u30. Dit kan door je in te schrijven via compaz.brugge@gmail.com  Wie graag de uitgewerkte tekst van dit leesgroepje ontvangt kan die aanvragen via bovenstaand emailadres. Hartelijke groetjes, Anne