Vrijheid is gevonden worden

Dinsdagavond kwamen we opnieuw samen met het Augustinusleesgroepje online. Deze keer was het thema: De dynamiek van vrijheid zoals die door Augustinus ervaren werd.

We deelden vooraf hoe wij aan jongeren zouden uitleggen wat vrijheid is en wat voor ons essentieel is om vrijheid te behoeden en te beleven. Uit een aantal afbeeldingen kozen we die afbeelding die voor ons op dat moment het meest iets opriep over wat vrijheid is. Het werd een boeiende en authentieke uitwisseling.

Augustinus nam ons vervolgens mee op zijn weg naar vrijheid. Als jong volwassene dacht hij vrijheid te ontdekken in de vele mogelijkheden die het leven bood op vlak van zijn studies, beroep, relaties, schoonheid en plezier. Maar uiteindelijk kwam hij tot een contradictorische vaststelling:

“Ik hield van mijn wegen, niet van de Uwe. De vrijheid waar ik van hield, was slechts die van een wegloper”. Ja, Augustinus herkende zich in de Verloren Zoon uit de parabel van de barmhartige Vader. Hij ontdekte dat “zijn vrijheid zonder grenzen” hem terecht deed komen in een geketend zijn aan vele onvrijheden. “In mijn ellende heb ik mijn impulsen gevolgd, U in de steek gelaten. Ik overschreed alle grenzen van de wet”.

Het is pas wanneer hij in een grote vertwijfeling en depressie belandt, dat hij beseft dat hij zo niet verder kan en hulp zoekt. Er daagt een glimp van licht op wanneer hij rondom hem jonge mannen ziet die zich bekeren tot het christendom. De bisschop Ambrosius naar wiens preken hij ging luisteren, eerder om zijn retoriek te bewonderen, laat hem horen hoe wispelturig de menselijke gedachten en gevoelens kunnen zijn. En uiteindelijk is het “de ontvangen genade” die tot hem komt door een Bijbelwoord van leven die hem terug op het spoor van Leven zet. “Neem en lees”… een antwoorden op een uitnodiging, en het terug laten stromen van Gods Geest in zijn binnenste gaf hem de kracht om te doen wat er in het Bijbelvers Rom 13,13-14 stond: “Niet in oproer en dronkenschap, niet in erotiek en onfatsoenlijkheid, niet in strijd en rivaliteit, maar in het vertrouwen op de Heer Jezus Christus” ligt de weg ten leven. Hij schrijft: “Ik wilde en hoefde niet meer verder te lezen. Met de laatste woorden van deze zin, was het alsof een licht en een verlichting van alle angst in mijn hart stroomde”.

Hij kwam thuis in Gods Rijk, maar dit betekende niet dat het eens en voorgoed verworven was. Hij en wij blijven onderweg, een pelgrimstocht van hoop. Het licht van de dageraad mogen we nu al ervaren, het volle middaglicht dat nooit eindigt, wordt ons in het vooruitzicht gesteld.

Augustinus vond net als de Verloren Zoon een Vader die op hem wachtte, en kwam tot de verrassende ontdekking dat vrij zijn niet betekent weggaan, maar gevonden worden.