Het welkom van Anne geeft altijd een warm thuisgevoel. De binnentuin van de zusters schittert in de zon en langzaam maar zeker sijpelen één voor één de zonnige gezichten binnen, tot we volledig zijn voor vandaag. Om onmiddellijk in de goede sfeer te komen, zingen we de namiddag in. De afwezigen worden niet vergeten en krijgen hun plaats in het gebed.
Een drietal beginvragen moeten ons op dreef helpen. De meesten gaan in op deze vraag:
‘Als iemand jou zou vragen wat jij waardeert in het leven van Augustinus of in zijn werken, wat komt er dan spontaan in jouw gedachten?’
Een rondje levert algauw een rijke oogst op:
Hoe verwonderlijk het is dat zijn gedachtengoed na zo’n 1600 jaar de tand des tijds heeft doorstaan en nog steeds springlevend is.
Hoe hij het bewijs is dat de Liefde van God ons – al lijkt het de verkeerde kant op te gaan – niet loslaat en rijke en langdurige vruchten kan doen dragen.
Hoe zijn spiritualiteit niet alleen de zorg voor de ziel omvat, het lichaam wordt niet vergeten.
Hoe we vandaag ook jongeren kunnen inspireren met zijn gedachtengoed.
Hoe gelovig worden hart/lichaam en ziel omvat.
Hoe noodzakelijk een voortdurende en levenslange bekering is, om tot de volle rijkdom van het geloof te komen.
Hoe zijn inspiratie, die leeft in onze groep, opnieuw aanzet tot gesterkt verder gaan met aandacht voor de zwaksten.
Hoe we God nog al te vaak buiten ons zoeken, terwijl Hij in ons is. Met Augustinus zeggen we: “Veel te laat heb ik Jou lief gekregen… Binnen in mij was Je, ik was buiten en ik zocht Jou – als een ziende blinde – buiten mij.”
Hoe Augustinus in eerste instantie ‘onbekend’ was maar hoe hij het hart via allerlei wegen wist te veroveren.
Hoe hij het vuur van de eerste christenen wist door te geven, evenals Jezus Christus en Zijn leven. Dat blijft onze opdracht: de essentie van het evangelie doorgeven, niet de structuren.
Hoe hij langzaam zijn diepste roeping ontdekt en er vervolgens trouw aan blijft in een bewonderenswaardige en navolgenswaardige nederigheid.
Hoe actueel en broodnodig dienstbaarheid en mede-herderschap zijn, waarvoor Augustinus een lans breekt.
Hoe alles wat in ons ooit gezaaid is, wortel kan schieten en met Gods zegen tot volle wasdom kan en zal komen.”
Na deze boeiende gedachtewisseling buigen we ons over de Epiloog van het boek dat dit jaar door Anne onder onze aandacht werd gebracht: ‘Zorg voor de ziel’. We krijgen hierin als het ware een bloemlezing van alle punten waarvoor Augustinus onze aandacht vraagt.
Dat alles doet dorst krijgen en hunkeren naar een kleine versnapering, maar ook naar de aangename losse gesprekjes in een ontspannen sfeer. Ondertussen tikt de klok onbarmhartig verder… we gaan opnieuw aan de slag en verwoorden welke gedachte(n) we meenemen om er de komende tijd van te leven.
We horen de oproep bevestigd: “Beschouw elke mens als naaste, zelfs voordat hij christen is, want je weet niet wie hij is in de ogen van God.” Hoe belangrijk is het dat we ons als christenen niet apart zetten en onszelf als beter beschouwen. De nederigheid van Augustinus wijst ons de goede weg.
Voor een levenslange tocht kan je maar beter een goed ‘medicijn’/de Schrift meenemen: “Elke ziekte van de ziel vindt haar medicijn in de Schriften… Neem dus maar je medicijn. Drink het. Drink van wat je hoort.” Er zijn er die bekennen: Dat is de reden waarom ik hier aansluit.
Zich mogen laven aan deze bron van doorleefde levenswijsheid die ieder in zich draagt, wordt als belangrijk ervaren in onze samenkomsten.
Eén ding weet ik zeker: elke gezongen eucharistieviering of getijdengebed zal Augustinus’ woorden in herinnering brengen: “Wilt u lovende woorden zingen voor God, zorg dan dat u bent wat u zingt. U bent zijn lof als u goed leeft… Dan zijn we Zijn tempel.”
Christine dankt in ons aller naam de zusters voor hun gastvrijheid en Anne, voor de deskundige begeleiding. Dank voor ieders openheid.
Niet te vergeten: dank aan Christus, die ons samenbrengt.
We sluiten af met een gebed en wensen elkaar: voor nu veilig thuis en voor later, tot ziens op de Augustinusnamiddag van 27 augustus in het Grootseminarie van Brugge. Een welverdiende en deugddoende vakantie!
Ria Fraeyman