
Als jonge pastorale werkster in de jaren tachtig kreeg ik de bijzondere verantwoordelijkheid voor de materniteit van het Sint-Augustinusziekenhuis in Veurne, naast mijn werk op andere afdelingen. In mijn jeugdige naïviteit stelde ik me voor dat dit een plek van pure vreugde zou zijn. En gelukkig, die vreugde was er vaak, onmiskenbaar. De geboorte van een uniek kindje blijft immers een wonder dat ons menselijk begrip overstijgt. Wanneer een kindje vol liefde wordt verwacht en in een warm nest mag landen, is dat het kostbaarste geschenk dat het op zijn levenspad kan ontvangen. De moederliefde, ja, de ouderliefde, wordt dan zelfs een krachtige metafoor voor de onvoorwaardelijke liefde die God ieder van ons toedraagt.
Maar al snel ontdekte ik de andere, vaak verborgen, kant van dit verhaal. Ik ontmoette vrouwen die de pijn van ongewenste kinderloosheid droegen, moeders wier kindje met een beperking of levenloos ter wereld kwam. Ik herinner me de diepe ontreddering van moeders die ik na amper drie maanden terugzag op de spoedafdeling, verscheurd door het plotselinge wiegendood van hun kindje. En dan was er de moeder die jaar na jaar een kindje baarde, maar zelf de kracht niet vond om ervoor te zorgen. In die tijd – hoe anders is dat nu – werden deze kwetsbare pasgeborenen de eerste maanden van hun leven liefdevol opgevangen door de verpleging op de kinderafdeling.
Tegen deze achtergrond begrijp ik des te beter hoe gelaagd Moederdag is. Het is geen eendimensionaal positieve dag, zoals onze maatschappij en de reclame ons soms willen doen geloven. Bovendien is het levenspad van ouders en kinderen zelden een rechte lijn; het is veeleer een kronkelend pad, getekend door de ups en downs die het menselijk bestaan nu eenmaal kenmerken.
En toch, te midden van deze complexiteit, blijft het doorgeven van het leven van onschatbare waarde. Het is zinvol om moeders te vieren, en misschien nog wel meer om als ouders, grootouders en de bredere gemeenschap samen de zorg voor elk kind op te nemen. En aan die kinderen die gekwetst zijn in hun relatie met hun ouders, zou ik de troostende kracht van een profetisch woord willen meegeven: ‘Al zou een moeder haar kind vergeten, Ik, Ik vergeet je nooit,’ zegt God. Zo kan ieder mensenkind zijn of haar bestaan wortelen in liefde! En zo is er, ondanks alles, toekomst voor ieder mensenkind!